Niet echt?

Sinds een jaar of acht ben ik allergisch voor het woordje “echt”. Juist, vanaf het moment dat ik pleegmoeder werd. Vanaf dit ogenblik kreeg ik deze vier letters namelijk te pas en te onpas naar mijn hoofd geslingerd, veelal in vragende vorm. ‘Hoe zit het eigenlijk met haar echte ouders?’ vroeg de overbuurvrouw ongegeneerd terwijl ze voorovergebogen in de kinderwagen gluurde. ‘Vera heeft échte ouders en pleegouders’, legde de juf dertig paar vragende kleuterogen uit tijdens het eten van het dagelijkse fruithapje. En ‘zijn ze echt broer en zus van elkaar?’ is misschien wel de vaakst gestelde vraag, het liefst over de koppies van Vera en Thomas heen.

Je zou je natuurlijk kunnen afvragen waarom ik hier in hemelsnaam zo’n last van heb. Waar maak ik me eigenlijk druk om? Natuurlijk heb ik daar zelf ook lang over nagedacht. Ik denk dat het hem met name zit in het tegenovergestelde van het begrip echt: onecht, nep, zogenaamd, alsof en ga zo maar door. Mijn hoofd vult het lijstje gretig aan op momenten dat relativeren even niet zo haalbaar is. Zou het liggen aan het feit dat ik geen biologische kinderen heb? Ik betwijfel het. Ik ben er namelijk van overtuigd dat ik minstens net zo onvoorwaardelijk van “mijn” kinderen houd en voor ze klaarsta als een moeder die haar kroost wél zelf ter wereld heeft gebracht. Het vóelt echt, en daarmee is het dat ook voor mij. Dus zodra anderen impliceren dat alleen biologisch gelijk staat aan echt gaan mijn nekharen spontaan overeind staan.
Natuurlijk zijn de ouders van Vera en Thomas echt. En uiteraard weten zowel de kinderen als ik dat dit de mensen zijn die hen hebben gemaakt, die hen het leven hebben gegeven. Ze zijn ontzettend belangrijk in hun bestaan, en daarmee ook in dat van mij. Reuze echt dus, we kunnen én willen er niet omheen. Maar daarnaast is ook mijn (pleeg)ouderschap hartstikke echt. In ieder geval voelde elke poepluier, iedere slapeloze nacht en elk kusje op het voorhoofd tot nu toe tamelijk realistisch, kan ik je vertellen.
Dus voor alle duidelijkheid: ik ben geen fictief wezen, geen luchtspiegeling, geen fata morgana. Ik besta, en ik ben pleegmoeder. Een levensechte taak, die ik iedere dag met grote trots vervul!
(En vraag je je nu af hoe je al die dingen waar je zo nieuwsgierig naar bent dan wel moet vragen? Probeer gewoon eens het woordje “echt” weg te laten in de vragen uit alinea 1. Zie je wel? Nog steeds hartstikke duidelijk!)

Reacties

Best gelezen berichten