Raadsel

Thomas is een raadsel. Vanaf het moment dat hij in mijn leven kwam was het duidelijk: er zou nooit iets volgens het boekje gaan. Niet in zijn ontwikkeling, niet in zijn gedrag en niet in zijn fysieke gesteldheid.  Raadselachtige vragen stapelden zich in rap tempo op, en binnen no time had ik het mijn missie gemaakt ‘zijn code’ te kunnen kraken.

Er volgden onderzoeken, er kwamen antwoorden en Thomas kreeg hulp. Maar helaas, de onderzoeken bleken niet afdoende, de antwoorden waren nooit eenduidig en de hulp paste dus bepaald niet naadloos bij de problematiek die Thomas liet zien. Ja, er was een genetische afwijking gevonden, maar het bleef onduidelijk of dit al zijn klachten veroorzaakte. Inderdaad, hij functioneerde op licht verstandelijk beperkt niveau, maar op andere vlakken lieten testen weer een heel ander beeld zien. Natuurlijk, hij had behandeling en begeleiding nodig, maar men kon ons nooit zeggen of het aanbod op de betreffende groep/school passend zou blijven voor hem.

En zo werd Thomas mijn persoonlijke breinbreker. Een raadsel waaraan geen einde lijkt te komen, want zodra de ene vraag beantwoord is, popt automatisch een volgend exemplaar op. Voortdurend pendelt Thomas dus tussen wal en schip. Hij heeft nét niet dit, en nét niet dat. Maar wel heel veel symptomen ervan. Altijd er tussenin, en altijd zoeken naar de juiste koers: wat sluit op dit moment het beste bij hem aan?

Natuurlijk zijn al die keuzes moeilijk, en alle overwegingen ingewikkeld. Maar het lastigste ervan vind ik het uitleggen aan Thomas waarom alles bij hem altijd anders loopt. Wat bijvoorbeeld de reden was dat hij van school moest wisselen anderhalf jaar geleden. Of hoe het komt dat hij telkens voor allerlei controles naar het ziekenhuis moet. En waarom ik met hem vorige week ineens een hele avond op de spoedeisende hulp doorbracht omdat hij koorts had en er perse bloed geprikt moest worden, terwijl zijn zus ook hartstikke grieperig was maar lekker thuis mocht blijven.

Ik houd me vast aan mijn eigen vastberadenheid. Mijn reddingsboei in het water tussen die verdomde wal en dat verrekte schip. Het maakt dat ik onvermoeibaar allerlei wetenschappelijke publicaties door blijf ploegen, op zoek naar die ene speld in die gigantische hooiberg. Dat ik onuitputtelijk kritische vragen blijf stellen aan kinderartsen, hulpverleners en leerkrachten. Maar vooral: dat ik blijf hopen. Hopen dat ik ooit, heel misschien, het raadsel van Thomas mag oplossen.

(En in de tussentijd... probeer ik toe te lichten wat hij al snappen kan, troost ik hem waar hij het nodig heeft en help ik hem de állerliefste knuffelbeer uit te kiezen als hij wederom ontzettend dapper is geweest bij het zoveelste doktersbezoekje…)



 

Reacties

Best gelezen berichten