Wat als...?
Ik ben afgemat. Al nachten achtereen slaap ik als een blok,
maar toch is de koffie niet aan te slepen en schemeren onder mijn ogen donkere
kringen dwars door mijn (toch best wel goed dekkende) concealer heen. Op zich
niet gek, want het is een drukke week: werken, heen en weer rijden naar de ene
en de andere school, ouderbezoekjes en niet te vergeten de net gestarte
therapie van Vera. Vooral dat laatste blijkt intensief, het oefenen met een
nieuwe benadering vergt veel tijd, eindeloos geduld en dus ook bakken met
energie.
Maar als ik nadenk over de oorzaken van mijn vermoeidheid,
besef ik me dat er ook nog iets anders meespeelt. Het werken aan de
hechtingsproblemen van Vera heeft er namelijk voor gezorgd dat in mijn hoofd het
“wat-als-monster” bruut wakker is geschud. Dit monster is, net als de meeste
andere monsters, geen prettig heerschap. Hij stelt mij namelijk voortdurend,
zoals zijn naam al doet vermoeden, “wat-als-vragen” van de meest pijnlijke
soort. Meestal is hij slapend aanwezig, slechts af en toe glurend met een half
oog open. Maar nu ik me meer en meer realiseer hoezeer Vera beschadigd is door
alles wat ze heeft meegemaakt, is het monster in opperste staat van paraatheid.
Klaar om mij flink te bestoken met een continue stroom van confronterende
vragen.
“Wat als er van het begin af aan goede begeleiding op het
gebied van hechting was geweest?”, bromt hij mopperend, “wat als Vera als baby
niet maandenlang elke week van jullie huis naar haar ouders heen en weer was
gesleept, elke keer weer een uur in de auto met de volgende onbekende
gezinsvoogd?”, gromt hij vervaarlijk en “wat als de rechters en hulpverleners
destijds hadden gekeken naar het belang van het kind, en het belang van de ouders
op een wat lager pitje hadden gezet?”, blaft hij hard. Maar het aller vaakst klinkt zijn ijzig snerpende
gil: “wat als Vera als éénjarige dreumes niet naar haar ouders had hoeven gaan,
maar bij jou had mogen blijven wonen?”
Hoe was het dan nu met Vera gegaan? Zou alles dan een stukje
beter zijn? Haar leven een beetje makkelijker? Haar toekomstperspectief minder
onzeker? Ik weet het niet. Ik weet wel, dat het geen
zin heeft om mezelf dit af te vragen. Het is zoals het is en vanuit hier moeten
we verder. Maar het wat-als-monster is klaarwakker, valt me lastig, maakt me
boos, verdrietig en dus vooral heel erg moe.
Over een paar dagen zal hij waarschijnlijk de slaap wel weer
gaan vatten, en zal het in mijn hoofd vast wat rustiger worden. Tot die tijd
heb ik gelukkig genoeg koffie in huis. En de spiegel, die vermijd ik nu maar
even. Want die wallen, die zijn natuurlijk niet om aan te zien.
(NB: Vera heeft
als baby bij ons gewoond en nadat zij een periode bij haar ouders heeft
gewoond, werd zij nog voor haar 3e levensjaar acuut weer bij ons
teruggeplaatst)
Reacties
Een reactie posten