Een pleister die nooit past

“Als ik zo naar jullie kijk en zie hoe hard jullie aan het werk zijn, vraag ik me eigenlijk wel af waar jullie zélf blijven in dit hele verhaal,” benoemt onze begeleidster. Bam, de spijker op zijn kop, knoerthard. Al een aantal weken zijn we bezig met een intensieve cursus, waarin we leren hoe we Vera het beste kunnen begeleiden op het gebied van haar hechtingsproblematiek.  Onze dinsdagen staan zo’n beetje helemaal in het teken hiervan. In de ochtend is er theorie en reflectie op de voorgaande week, in de middag oefenen we samen het geleerde middels spel met beide kinderen. Tussendoor cros ik nog gauw heen en weer naar mijn werk, want ook daar liggen dingen te wachten die echt moeten gebeuren. Dinsdagavond kun je me dus opvegen. Na een halfslachtige poging tot nutteloos tv kijken taai ik meestal al belachelijk vroeg af richting mijn bed.

Ik herken dus wat de begeleidster zegt. Natuurlijk vergt de cursus veel van ons en ben ik na elke bijeenkomst erg moe. Maar zachtjes aan durf ik dit thema ook wat breder door te trekken. Waar blijven wij in ons gezin, en waar blijf ikzelf inderdaad? Zoals veel ouders, hebben wij ons hele weekschema rondom de kinderen gebouwd. We werken afwisselend van elkaar, zodat er altijd iemand thuis is voor hen. In de weekenden zijn we meestal samen, maar zijn er ook sociale verplichtingen en allerhande hobby’s die vragen om tijd en aandacht. Het is fijn dat dit allemaal kan en het voelt goed er écht te kunnen zijn voor beide kinderen. Maar ruimte inlassen voor mezelf? Dat kan ik op zijn zachtst gezegd een klein aandachtspuntje noemen. Het is niet zozeer dat de mogelijkheden er echt niet zijn, maar vooral dat ik er lang niet altijd gebruik van maak. Het ligt dus eigenlijk maar aan één iemand: me, myself and I.

Er is namelijk altijd weer dat gemene schuldgevoel wat ik voel knagen in mijn buik, als ik er even niet ben voor de kinderen. Rationeel gezien weet ik natuurlijk dat ze best even zonder mij kunnen, dat ze dit heus wel zullen overleven en dat manlief onze twee koters heel goed een tijdje in zijn eentje aankan. Gevoelsmatig is wat ik doe echter nooit genoeg. Het lijkt wel dat juist omdat mijn kinderen zo beschadigd zijn, ik het extra goed wil doen. Nog een stapje harder lopen en nog een stukje hoger springen. Een pleister zijn op oude wonden.

Maar dat wat er in hun levens gebeurd is, kan ik natuurlijk niet ongedaan maken. Ik heb geen magische gum die de sporen van het verleden uit kan wissen. De pleister die ik zo graag wil zijn, zal nooit gaan passen, want de krassen zijn te grillig en te diep. Dat besef doet pijn, maar is wel de realiteit. Dus kan ik maar één ding doen: zo goed mogelijk voor hen zorgen in het hier en nu. En dat betekent, hoe cliché het ook mag klinken, dat ik tevens voor mezelf zal moeten zorgen. Om het vol te houden, weer eens op te kunnen laden en met hernieuwde energie de dingen weer aan te kunnen gaan. Ook dat is zorgen voor je kinderen, zeg ik nu dus maar heel wijselijk tegen mezelf, in de hoop dat dit zal helpen.

(En wie A zegt, moet ook B zeggen, dus toen een vriendin mij vandaag voorstelde om binnenkort een dagje samen gruwelijk te gaan genieten in een veel te duur wellness-oord, wist ik meteen hoe mijn antwoord zou luiden!)
 

Reacties

Best gelezen berichten